Hoofdorgel
De toenmalige orgelmakers
C.G.F. Witte en J.F. Witte ( firma J. Batz & Co ) werden in de tweede helft van de negentiende eeuw in ons land tot de top van de toenmalige orgelmakers gerekend. Onder hun nalatenschap behoort ook het prachtige Marianne-orgel van de Oude Kerk van Voorburg.
Op 8 maart 1877 kreeg de kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente te Voorburg een brief, waarin stond vermeld dat prinses Marianne een nieuw orgel voor de Oude Kerk had besteld bij de fa. Bätz & Co. Het oude orgel in de kerk, gebouwd door Lambertus van Dam in 1806, verkeerde (voornamelijk door slecht onderhoud) in niet al te beste staat. Het nieuwe instrument werd dan ook in dank aanvaard. Op 25 juli 1878 is het oude orgel uit de kerk verwijderd, met uitzondering van de beelden. Het orgel van Witte werd op 14 april 1879 in gebruik genomen. In 1895 is het orgel door Witte schoongemaakt. Zowel in 1954 als in 1959 waren er plannen het orgel te verkopen en te vervangen door een nieuw instrument. Vanwege de hoge kosten is dit niet doorgegaan. D.A. Flentrop plaatste tijdens een restauratie onder advies van dhr. A. van Beek in 1968 een Woudfluit 2′ op het Nevenwerk. Een grote restauratie werd in 1975/1976 uitgevoerd door Hendriksen en Reitsma onder advies van de organist van de kerk, Wim van der Panne. Op 14 februari 1976 is het orgel weer in gebruik genomen. Bij deze restauratie is een koppeling aangelegd Pedaal – Manuaal II, werd een tremulant toegevoegd en is de dispositie gewijzigd. De Violon 8′ werd vervangen door een Quintadena, de Mixtuur werd geheel vernieuwd, terwijl met behulp van pijpwerk uit deze Mixtuur een Terts en een Quint 1 1/2′ (voor manuaal II) konden worden gemaakt. Manuaal II kreeg ook een nieuwe Nasard, en het pedaal een Schalmey 4′.
In 2001 is de terts 13/5 van het hoofdwerk verplaatst naar het nevenwerk. De Quint 11/3 heeft daarvoor plaatsgemaakt en is opgeslagen in het orgel. Op het hoofdwerk is op de plek van de terts de Cornet 3st geplaatst.
Oude kerk Voorburg gebouwd door: Johan Frederik Witte
1879: Johan Frederik Witte
1968: firma D.A. Flentrop
1976: Hendriksen & Reitsma
Technische gegevens
Manuaalomvang C-f”’
Pedaalomvang C-d’
Toetstractuur Mechanisch
Registertractuur Mechanisch
Windlade(n), Sleeplade
Temperatuur, Evenredig zwevend
Dispositie
Hoofdwerk: Bourdon 16′, Prestant 8′, Quintadena 8′ – 1976; C-H uit Roerfluit, Roerfluit 8′, Octaaf 4′, Fluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′, Terts 1 3/5′ – 1879/1976, Mixtuur IV-VI sterk – 1976, Trompet 8′.
Nevenwerk: Holpijp 8′, Salicet 8′, Fluit Travers 8′, Viola 8′, Salicet 4′, Fluit 4′, Nasard 3′ – 1976, Fluit 2′ – 1968, Quint 1 1/2′ – 1879/1976, Vox Angelica 8′.
Pedaal: Subbas 16′, Octaaf 8′, Bourdon 8′, Basson 16′, Schalmei 4′ – 1976.
Koppelingen: Hoofdwerk – Nevenwerk, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Nevenwerk – 1976.
Speelhulpen: Tremulant – 1976.
